Sophie Nyns
°1926
Haar wereld is een wereld van dromen, fantasieën en zachte provocaties. Sophie Nyns laveert met een bijna kinderlijke naïviteit tussen de stromingen van de Pop Art, les Nouveaux Réalistes of Cobra. Samen met Alexander Calder, Jean Tinguely, Niki de Saint Phalle of Karel Appel deelt ze dezelfde levensvreugde en levensgeluk, de schijnbare lichtheid van zijn.
De vrouwenfiguren die ze vervolgens creëert in terracotta en brons doen ons denken aan die in het werk van Delvaux. Vrouwen die in de verte of in de ruimte lijken te staren, figuren die pronken met hun trotse naaktheid met hoog gedragen borsten en wier lichamen in schril contrast staan met de afstandelijke uitdrukking van hun gezichten, die soms veranderen in grappige engelen dankzij een paar vleugels die ze op hun rug laten groeien. Ze krijgen titels of namen die Eric Satie graag gebruikt zou hebben en die verwijzen naar het thema van de amoureuze verleiding. Sophie Nyns vertegenwoordigt de niet-intellectuele kant van het surrealisme van de late jaren zestig en zeventig, de vlucht in de fantasie via een taal die dicht aanleunt bij die van de oude Etruskische, Griekse, Romeinse of Egyptische culturen.